S1 |
C2x+ C4x+ C3x / C4x / C5x C1x C2x 1x 1x (beschermd) 1x (dubbel beschermd) 4x+ 4x 2x 2x (beschermd) 1x (Wedstrijd - Kalypso) 2x (Wedstrijd - Nikè) |
|
B1 B2 B3 B3a B4 B5 SG TK |
C2+ C4+ 4+ 4- 8+ 2- Sturen glad Toerkruisje |
|
Skiff (S5). De roeier is in staat zelfstandig te skiffen (incl. stuurboordwal houden en omkijken). Om het kruisje te halen moet hij/zij in principe zelfstandig kunnen instappen, van het vlot wegvaren, halend en strijkend op alle plekken van het vlot kunnen aanleggen en zelfstandig kunnen uitstappen. De roeitechniek – in de zin van ritme, balans en haalvolgorde (uitzetten, wegzetten, inbuigen, beheerst oprijden, inzetten, trappen, ruggebruik, armen bijhalen) – moet juist zijn, licht slifferen mag. De roeier moet een noodstop kunnen maken en een redelijke snelheid kunnen ontwikkelen (richtlijn: op en neer naar het zijkanaal, inclusief rondmaken in ca. 15 minuten). Uit alle bovengenoemde acties moet blijken dat de roeier voldoende met het skiffen vertrouwd is.
C1x (S3). Eisen gelijk aan S5, maar in de C1x afgeroeid.
C2x+ (S1). De roeiers moeten de techniek als in de skiff laten zien (haalvolgorde) op zowel de slag- als de boegplaats. De roeiers moeten in staat zijn gelijk en in balans te roeien. In principe wordt watervrij geroeid. Voor het volledige kruisje moeten stuur en roeiers praktische kennis van de commando’s demonstreren en toepassen (in- en uitstappen, onder het roeien, bij het aanleggen) en moet het aanleggen (halend en strijkend) aan buiten- en binnenzijde van het vlot en van beide kanten op juiste wijze worden uitgevoerd. Het kruisje moet in principe als een geheel voor zowel roeien als sturen gehaald worden.
C2+ (B1). Haalvolgorde, lichaam recht door de boot bewegen (niet van je boord vallen) en juist hanteren van de riem (halen met rechte polsen, riem draaien met de binnenhand) en gelijkheid en balans zijn de standaardeisen. In principe wordt watervrij geroeid. De stuur en roeiers moeten praktische kennis van de commando’s demonstreren en toepassen (in- en uitstappen, onder het roeien, bij het aanleggen) en het aanleggen aan buiten- en binnenzijde van het vlot en van beide kanten moet op juiste wijze worden uitgevoerd.
C2x (S4). Qua techniek gelden dezelfde eisen als voor het skiffkruisje (S5), met dien verstande dat alle roeiers op zowel de slag- als de boegplaats moeten roeien, er gelijk moet worden geroeid en bij het aanleggen op de juiste wijze commando’s moeten worden gegeven (de boeg geeft de commando’s, met als uitzondering strijkend aanleggen, waarbij de boeg het commando aan de slag overgeeft).
C4x+ (S2) en C4+ (B2). In beide gevallen moet de stuur de boot netjes kunnen aanleggen en blijk geven de commando’s praktisch te beheersen. De roeiers moeten – naast een goede haalvolgorde – goed gelijk, in balans en watervrij roeien. Tevens moeten zij een serie correcte derde stops (armen gestrekt en ingebogen, nog niet begonnen met oprijden) laten zien.
2x (S7). Er moet gelijk en in balans geroeid worden en moet vanaf zowel de slag- als de boegplaats halend en strijkend aangelegd kunnen worden. Voor het volledige kruisje moeten roeiers praktische kennis van de commando’s demonstreren en toepassen (in- en uitstappen, onder het roeien, bij het aanleggen)
C3x– en C4x+ ongestuurd (S2a). Eisen gelijk aan S4 kruisje (C2x–), met dien verstande dat eerst het C4x+ kruisje (S2) moet zijn behaald.
Beschermde skiff (S5a) en beschermde 2x (S7a). Er wordt technisch correct en watervrij geroeid, zowel in light paddle, medium als strong. De roeiers kunnen zonder problemen een reeks derde stops laten zien. De roeiers kunnen voldoende snelheid ontwikkelen (richttijd 2000 m in de skiff binnen 15 min (vrouwen)/12 min (mannen), in de 2x binnen 12 min (vrouwen)/10 min (mannen)).
Dubbelbeschermde skiff (S5b). Als skiff (S5a) plus de Pimenov-oefening (10 halen alleen benen, 10 halen alleen benen + rug, 10 halen hele haal) correct kunnen uitvoeren. Daarnaast wordt een stuk met ongedraaid blad geroeid.
Gladde 4x+ (S6), 2- (B5), 4+ (B3) en 8+ (B4). Het bezit van skiffbevoegdheid (S5) en/of 2x kruisje (S7) is niet verplicht, maar het wordt wel aangeraden. Beheersen van de Pimenov-oefening en een degelijke reeks derde stops laten zien. De ploeg moet de boot zowel in light paddle als in strong beheersen, waarbij in principe watervrij wordt geroeid.
Gladde 4x- (S6a). Als S6, maar het bezit van skiff bevoegdheid (S5) en/of 2x kruisje (S7) is nu wel verplicht.
Gladde 4- (B3a). Als B3, maar het bezit van skiff bevoegdheid (S5) en/of 2x kruisje (S7) en/of 2- bevoegdheid (B5) is nu wel verplicht.
Er zijn enkele boten die specifiek bestemd zijn voor roeiers op wedstrijdniveau. Om hierin te mogen roeien zijn over het algemeen de bijbehorende kruisjes voor het zeer ervaren niveau nodig, maar is daarnaast specifiek toestemming nodig van de Coachcommissaris. Reden hiervoor is om te zorgen dat deze boten in wedstrijdconditie blijven en dat materiaal en afstelling passend blijven bij de wedstrijdroeiers die van deze boten gebruik maken.
W_Kalypso en W_Nikè. Respectievelijk 1x en 2x.
Glad sturen. Sturen van deze boten is alleen voorbehouden aan mensen < 65 kg, in het bezit van een C4x+ en/of C4+ kruisje en na toestemming van de kruisjescommissie.
Toerkruisje. Wil men namens/via Pontos meedoen aan toertochten bij andere verenigingen, dan moet het toerkruisje gehaald worden. Hiervoor is een programma met een aantal praktische vaardigheden ontwikkeld (passeren van nauwe en/of lage doorgangen, aanleggen aan een hoge beschoeiing, wisselen van plaats in de boot, etc.) dat in C4x+ of C2x+ geoefend wordt. Bij voldoende vaardigheid wordt het toerkruisje toegekend door de toerkruisjescommissie.