Op 9 maart 2017 gaf Jeroen Reinhold op de Startavond als inleiding een lezing over de natuur rondom Roeivereniging Pontos. Bekend van het 'Rondje Pontos', de maandelijkse onderlinge roeiwedstrijd. Hij toonde in deze lezing met beeld de natuur die je tegenkomt op de route van het Rondje Pontos. Met zo nu en dan een uitstapje richting de andere vaarten. Hier een korte samenvatting van deze interessante lezing.
Bij het eerste eiland aan de bakboord zijn de vraatsporen van de bever goed zichtbaar. De grote populieren op het eiland zijn allen geringd doordat de bever de bast rondom gegeten heeft. Deze bomen zijn ten dode opgeschreven. Op het eiland ligt, aan de achterzijde, ook een burcht. De bevers die hier wonen hebben eerst bovenop de oever gewoond zodat iedereen de dieren vanaf de kant kon bekijken. Nu is er een burcht en huizen de dieren onder de grote takkenhoop. In totaal zijn er in de omgeving van het roeiwater zo’n 13 beverburchten te vinden. Niet vreemd dat we als roeier af en toe last hebben van drijvende afgeknaagde takken of bomen die over het roeiwater hangen.
Even voorbij de Oostranddreef is aan bakboordzijde een sparrebos. In februari beginnen hier de blauwe reigers weer aan het uitbroeden van de eieren. In totaal zijn er zo’n 75 nesten dus dat er in die periode veel blauwe reigers in en uit het bos vliegen is niet vreemd.
Tot het einde van de roeibaan (Gelderse Diep) liggen her en der 1,5 meter brede uitsparingen in de oever met een bekleed schuin talud. Dit zijn faunauitstapplaatsen (FUP's) en met name bedoeld voor reeën. In mei en juli-augustus verdrinken er relatief veel reeën. In mei omdat de wintergroepen uit elkaar vallen, en in juli-augustus vanwege de bronst. Het is op dit moment vooral de bever die sterk profiteert van de FUP’s. De bomen nabij deze constructies moeten het nu ontgelden omdat ze veel makkelijker bereikbaar zijn geworden.
Het Gelders Diep is in zijn geheel een belangrijke vliegroute voor de meervleermuis. Deze dieren huizen in de spouwmuur van een huis en jagen graag vlak boven het wateroppervlak op muggen. De meervleermuis is op Europees niveau erg zeldzaam. In West-Europa vindt voortplanting bijna uitsluitend in Nederland plaats; reden om toch vooral zuinig te zijn op deze soort. De soort is erg gevoelig voor lichtvervuiling. Licht dat op het wateroppervlak schijnt wordt niet gewaardeerd. Onderzoek toont aan dat de meervleermuis minder hinder van amberkleurig licht heeft dan van wit en zeker van groen licht. Wie goed oplet zal zien dat de nieuwste verlichting langs de roeibaan bestaat uit amberkleurig licht; speciaal voor de meervleermuis!
Even voorbij de kruising richting Dronten ligt de ‘Egeltjesbrug’ genoemd naar het informatiebord dat hier hing in de vorm van een egel (reeds verdwenen). In 2002 heeft de gemeente Lelystad deze autobrug toegankelijk gemaakt voor dieren. Boomstobben zijn aan de kant gelegd zodat de dieren van boomstobbe tot boomstobbe onder dekking naar de andere kant konden lopen. Onderzoek naar het gebruik door muizen toont aan dat verschillende muizensoorten deze constructie daadwerkelijk benutten. Door de aanleg van natuurvriendelijke oevers in 2009 is het nut van deze ecologische verbinding wat verloren gegaan. Voor die periode waren de steile oevers een grote barrière om de Lage Vaart veilig te passeren.
Bij de volgende kruising ligt ter hoogte van de KFC een grote hoop riet en takken op de kant. Zulke hopen vindt je ook op andere plekken van de oevers van de Lage Vaart en Oostervaart. Dit zijn broeihopen voor de ringslang en speciaal bedoelt om het reproductiesucces te verhogen. In 1998 was de ringslang in de buurt van de roeibaan strikt beperkt tot het Oostvaardersveld. Twintig jaar later kan gesteld worden dat de ringslang langs alle grote vaarten bij Lelystad te vinden is. Wie eens een ringslang wil zien kan het beste rond eind mei-begin juni bij deze hopen eens gaan kijken. De vrouwtjes liggen dan op of rond de hoop te wachten op het eiafzet. In de hopen worden soms meer dan 2500 eieren gevonden (= ongeveer 100 vrouwtjes).
Wie nog even richting het vliegveld roeit passeert aan stuurboordzijde nog een tocht. De Meerkoettocht gaat onder de Larserweg door richting het vliegveld. Onder deze brug is een plank bevestigd speciaal voor de otter. Sinds 2012 zwemmen er rond Lelystad meerdere otters rond. Dit zijn nakomelingen van de uitgezette dieren in de Weerribben en Wieden (2002).
Als er onder de duiker geen looprichel is, zullen veel otters besluiten om niet zwemmend de weg te passeren maar juist lopend de weg over te steken. Gecombineerd met een actieradius van 20 km per nacht vormt het verkeer dus een serieuze bedreiging als er geen looprichels zijn.
Dat de looprichels werken is te zien op het volgende filmpje:
De kruising zijkanaal met de Voorstraat bestaat uit een bakstenen brug. De groeiplek van een bijzondere varen: de tongvaren. Zoals de naam al doet vermoeden lijken de bladeren op lange tongen. In Lelystad is dit een van de weinige stenen muren waar de soort groeit. In het bos is de soort echter veel vaker te vinden op de steile slootkanten en sinds enkele jaren ook midden in een bosvak. Dat de soort in onze bossen groeit heeft te maken met de kalkrijkdom van onze bodem. De oude zeeschelpen zorgen voor een kalkrijke bodem.